Van BeeBall naar pupillen, stap 3: Het honkbalveld

Baseball_Field_70

Hoe ziet het speelveld bij honkbal eruit? Dat kan het beste worden uitgelegd aan de hand van een tekening. Vaste punten in het veld zijn de thuisplaat, de drie honken en de werpersheuvel. De lijnen vanaf de thuisplaat naar het eerste honk en vanaf de thuisplaat naar het derde honk geven verder doorgetrokken de twee begrenzingen van het veld aan. Het outfield hek, dat de derde begrenzing van het veld vormt, staat gemiddeld op 90 tot 120 meter van de thuisplaat.

De afstand tussen de honken bedraagt 27,50 meter op volwassen afstand, bij de pupillen is dit 18,30 meter. De afstand tussen de werpplaat en de thuisplaat is 18,45 meter, bij pupillen 13 meter.

Een professionele werper werpt de ballen met een snelheid van circa 40 m/seconde (144 km/uur). De slagman heeft dus een halve seconde tijd om te bedenken of de aangegooide bal slag of wijd wordt en om te beslissen of hij de bal zal proberen weg te slaan. Geen tijd om na te denken dus maar flitsend reageren, anders is het te laat.

Zowel bij het eerste als het derde honk is buiten de lijnen een vak voor een coach, die tijdens het spel aanwijzingen geeft aan de honklopers. De spelers die niet actief in het veld zijn zitten in de dug-out. Elk team heeft zijn eigen dug-out.